Windpark Bosruitertocht
In Zeewolde wordt op dit moment een windpark met 91 windmolens gebouwd. Dit windpark bestaat uit 4 turbines van Eneco (windpark Bosruitertocht), 4 turbines van Pure Energie (windpark De kleine trap) en 83 turbines van Windpark Zeewolde BV (windpark Zeewolde). Deze nieuwe windmolens vervangen de 220 windmolens die momenteel in het gebied staan, maar komende jaren worden afgebroken.Achtergrond windpark Bosruitertocht
Veel (agrarische) ondernemers zagen vanaf de jaren ’90 kans om een windmolen te bouwen. Vanaf die tijd kwamen er honderden windmolens in de hele provincie bij die vaak werden geplaatst zonder deel uit te maken van een lijnopstelling. Om de kwaliteit van het landschap te verbeteren, heeft de provincie in 2006 gekozen voor een beleid van ‘opschalen en saneren’. Kleinere windmolens die in het gebied staan worden vervangen door grotere exemplaren. Twee oude maken plaats voor één nieuwe windmolen, die meer energie oplevert dan de twee gesaneerde windmolens samen. Het resultaat is: minder windmolens, meer energieopwekking en een rustiger beeld in het landschap.Locatie
Op de afbeelding hiernaast zie je de locatie van de molens van windpark Bosruitertocht. De turbines ADW-19, ADW-20, ADO-20 en ADO-22 zullen door Eneco worden gerealiseerd. De windmolens hebben een maximale tiphoogte van 160 meter, in totaal 15,6 MW opgesteld vermogen, wat goed is voor ca 40 GWh per jaar. In de nabijheid van de nieuwe windmolens zijn er ook plannen voor een zonnepark aan Bloesemlaan 34.Grote prehistorische vindplaats
Eind 2019 en begin 2020 is er voorafgaand aan de bouw een archeologische opgraving uitgevoerd aan de Bosruiterweg in Zeewolde. Uit vooronderzoek bleek dat op deze locatie sprake was van een vindplaats uit de prehistorische Midden-Steentijd (ca. 8.000 – 5.000 jaar v. Chr.), op circa twee meter onder het maaiveld. Om de mogelijke archeologische vondsten veilig te stellen, is de vindplaats op zeer zorgvuldige wijze door een team van 18 archeologen opgegraven.De opgraving leverde enkele duizenden stuks bewerkt vuursteen op, waaronder pijlpunten voor de jacht, klingen (mesjes), kernen waar de klingen van af zijn geslagen en andersoortige werktuigen. De eerste indruk is dat de locatie kortstondig is gebruikt door een kleine groep jagers-verzamelaars. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de uniformiteit van de gebruikte pijlpunten, die ook konden dienen als weerhaken voor harpoenen of als mesgereedschap. Alle opgegraven vondsten worden geanalyseerd en onderzocht op bewerkings-en gebruikerssporen. Dit is een complex proces en de verwachting is dat de resultaten pas eind 2022 bekend zijn. Als zodanig gaat de vindplaats een belangrijke bijdrage leveren aan onze kennis van het prehistorisch landschap en het gebruik hiervan door onze voorouders.