Hoe werkt een warmtebuffer

De warmtevraag is overdag en ’s nachts niet gelijk. ’s ochtends wordt er tot wel twee keer zoveel warmte gebruikt als ’s nachts. Dat is ook logisch want ’s ochtends wordt de verwarming aangezet en nemen veel mensen een douche. Om deze piekvraag op te vangen moeten de centrales op- en afregelen wat leidt tot een niet-optimale inzet. Met het inzetten van een warmtebuffer wordt de piekvraag afgevlakt.
Bij veel vraag naar warmte, wordt er gebruik gemaakt van het warmte water uit de buffer. Door het inzetten van een buffer besparen we gas omdat we de centrales efficiënter kunnen inzetten. Bovendien wordt in de absolute piek in de winter bespaard op inzet van gasketels doordat de absolute piek wordt afgevlakt. Hierdoor wordt er minder CO2 uitgestoten en verbetert de duurzaamheid van het warmtenet. Daarnaast zijn de toekomstige duurzame bronnen minder in staat om op- en af te regelen als de huidige centrales. Het afvlakken van de warmtevraag door buffers maakt toekomstige inzet van duurzame bronnen dus mogelijk. Om die reden wordt er bij de warmtepomp op de RWZI ook een warmtebuffer bijgeplaatst.

Een warmtebuffer is een vat met een constante hoeveelheid water. Als er weinig vraag naar warmte is, dan worden de buffers geladen door aan de bovenkant warm water toe te voegen en koud water aan de onderkant te onttrekken. De buffers slaan dan warmte op. Als de warmtevraag hoog is dan worden de buffers ontladen door warm water aan de bovenkant te onttrekken en koud water aan de onderkant toe te voegen. De buffers leveren dan de opgeslagen warmte.
Hoe werkt een warmtebuffer