Emissie-eisen
In bovenstaande tabel staan de emissie-eisen die gelden voor biomassa gestookte installaties met een vermogen groter dan 50 MW. Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de emissie-eisen die Eneco voor de BWI heeft aangevraagd en in de vergunning zijn opgenomen ruim voldoen aan de wettelijke vereisten voor biomassacentrales. Het betreft emissiegrenswaarden; de daadwerkelijke concentraties in de rookgassen zullen lager zijn.
Voor dioxines en furanen geldt een norm van 0,1 ng/Nm3 zoals deze in de BREF Grote stookinstallaties is weergegeven. Eneco heeft er vrijwillig voor gekozen om een strengere norm te hanteren van 0,05 ng/Nm3, welke in vergunning is opgenomen. Het is onze verwachting dat de BWI ruimschoots aan deze norm zal voldoen door het toepassen van schone biomassa en uitgebreide rookgasreiniging. Om deze verwachting te staven wordt bij de in bedrijfname van de BWI intensief gemeten. Indien uit de meetresultaten blijkt dat deze verwachting niet correct is en de gehalten dioxinen en furanen de 0,05 ng/Nm3 overschrijden worden direct aanvullende maatregelen getroffen. De streefwaarde die Eneco hanteert voor dioxine is 0,03 ng/Nm3 bij 6% zuurstof, deze streefwaarde komt overeen met de jaargemiddelde eisen voor afvalverbranders.
Hiermee gaat Eneco verder dan de wettelijke vereisten en gangbare praktijk voor biomassacentrales voorschrijft. Op deze manier neemt Eneco haar verantwoordelijkheid voor de minimalisatie van mogelijk schadelijke uitstoot van dioxines en furanen. Eneco voelt zich als duurzame koploper verantwoordelijk voor een goede leefkwaliteit voor omwonenden en gaat daarom verder dan de wettelijke vereisten.
Meetverplichtingen
Bovenstaande monitoringsverplichtingen worden door Eneco vastgelegd in een monitoringsplan. Het monitoringsplan wordt opgesteld op basis van het detailontwerp van de rookgasreinigingsstraat van de te selecteren contractor. Het monitoringsplan zal een half jaar voor commercieel bedrijf ter goedkeuring worden opgestuurd naar het bevoegd gezag. In dit monitoringsplan worden eveneens de mogelijke aanvullende maatregelen voor dioxinen en furanen aan rookgasreiniging weergegeven. Deze maatregelen zullen worden gekoppeld aan de grenswaarde van 0,05 ng/m3 en een termijn waarbinnen de maatregelen uitgevoerd dienen te worden. De vier geplande metingen voor dioxinen en furanen in het eerste jaar stellen Eneco in staat om direct te anticiperen op onverwachte overschrijdingen door het nemen van extra maatregelen.
Hiermee gaat Eneco verder dan de wettelijk vereisten en gangbare praktijk voor biomassacentrales en verder dan de vergunning voorschrijft. Op deze manier neemt Eneco haar verantwoordelijkheid om middels stringentere meetverplichtingen te staven dat de uitstoot van de BWI voldoet aan de vergunde emissiegrenswaarden.