Klimaatverandering: de oorzaken, de gevolgen en de oplossingen
Klimaatverandering betekent dat het weer op aarde langdurig verandert. Dit komt vooral doordat mensen olie, gas en kolen gebruiken voor de opwekking van energie, waarbij veel broeikasgassen vrijkomen. Hierdoor neemt de temperatuur op aarde toe, stijgt de zeespiegel en krijgen we steeds extremer weer. Dit kan wereldwijd leiden tot voedsel- en watertekorten, het verlies van miljoenen woningen door overstromingen en het uitsterven van dier- en plantsoorten. Om klimaatverandering tegen te gaan, moeten we in de eerste plaats overstappen op duurzame energie.
Klimaatverandering in het kort
De gemiddelde temperatuur van de aarde is in de afgelopen 130 jaar met 1 graad Celsius gestegen en het zeeniveau is met twintig centimeter gestegen .
In Noordwest-Europa steeg de gemiddelde temperatuur met 1,5 graad en in Nederland zelfs met 1,7 graad1.
De belangrijkste oorzaak: de uitstoot van broeikasgassen door het gebruik van fossiele brandstoffen .
In het Parijsakkoord is afgesproken om de stijging van de gemiddelde temperatuur wereldwijd te beperken tot ver onder de 2°C boven het pre-industriële niveau4.
Klimaatverandering in stroomverstelling sinds Industriële Revolutie
Hoewel de temperatuur op aarde in de loop van miljoenen jaren vaker is veranderd, gingen die veranderingen meestal heel langzaam. Maar het klimaat verandert sinds de Industriële Revolutie opeens razendsnel. Daardoor stijgen de temperatuur en de zeespiegel in korte tijd alarmerend snel.
Volgens Wageningen University & Research (WUR) waren tot aan 1950 natuurlijke invloeden belangrijker dan de menselijke invloeden op het klimaat. Sinds die tijd kan de stijging van de temperatuur wereldwijd echter alleen verklaard worden door de invloed van de mensen.
Uitstoot van broeikasgassen is de oorzaak van de klimaatverandering
Wetenschappers zijn het erover eens dat de uitstoot van broeikassen de belangrijkste oorzaak is van de huidige klimaatverandering3. De gevolgen van klimaatverandering zijn overal ter wereld te zien en hebben invloed op zowel mensen als de natuur.
De belangrijkste oorzaken van klimaatverandering zijn volgens het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change):
Verbranding van fossiele brandstoffen:
Dit is de grootste bron van uitstoot van broeikasgassen, verantwoordelijk voor meer dan 70% van de wereldwijde uitstoot. Het gebruik van kolen, olie en gas in verschillende sectoren van de economie draagt in belangrijke mate bij aan de opwarming van de aarde.
Landbouw en veeteelt:
Ongeveer 23% van de totale uitstoot van broeikasgassen komt uit de land- en bosbouwsector. Hiervan is ongeveer 40% afkomstig van de mest van koeien, schapen en geiten.
Ontbossing en verandering in landgebruik:
Door het kappen van bossen, aantasting van bosgebieden en het omzetten van bossen in grasland voor veeteelt of de productie van gewassen zoals soja en palmolie, komen er meer broeikasgassen in de lucht.
De invloed van de mens op de waargenomen temperatuurstijging is door de IPCC in kaart gebracht. De toename van broeikasgassen in de atmosfeer sinds het pre-industriële tijdperk (de jaren 1850-1900) is al verantwoordelijk voor een opwarming van 1°C tot 2°C. Dit effect wordt deels gemaskeerd (met 0°C tot 0,8°C) door de koelende werking van aerosolen (kleine zwevende stofdeeltjes). De waargenomen temperatuurstijging kan dus geheel aan menselijke beïnvloeding worden toegeschreven4.
Klimaatverandering: grote bedreiging voor mensen, planten en dieren
Volgens het IPCC Synthesis Report van 2023 zijn er verschillende scenario's voor de verwachte mondiale temperatuurstijging aan het einde van deze eeuw. De huidige nationaal bepaalde bijdragen (NDCs) die landen hebben toegezegd voor 2030 zullen leiden tot een temperatuurstijging van 1,5°C in de eerste helft van de jaren 2030. Als deze koers wordt aangehouden, zal het zeer moeilijk worden om de temperatuurstijging te beperken tot 2,0°C tegen het einde van de 21e eeuw.
Veel planten en dieren kunnen zich niet snel genoeg aanpassen aan de veranderende omstandigheden .
De populatiegrootte wilde dieren is gemiddeld met een schrikbarende 73 procent afgenomen ten opzichte van 1970 .
5.Economische en sociale impact:
Klimaatverandering kost veel geld. Er ontstaat vaker schade door extreem weer en we moeten meer investeren in het koel houden van gebouwen. Die investeringen zijn makkelijker op te brengen door rijke landen dan door de arme landen. Terwijl die rijke, industriële landen ook nog eens vaak de veroorzaker zijn van veel klimaatproblemen. Arme landen worden geconfronteerd met de gevolgen van klimaatproblemen terwijl ze vaak niet het geld hebben om ze op te lossen. Hierdoor zal klimaatverandering leiden tot meer ongelijkheid in de wereld, aldus OXFAM Novib.
Oplossingen om klimaatverandering tegen te gaan
Om klimaatverandering tegen te gaan, zijn de volgende stappen noodzakelijk:
1. Overstappen op duurzame energie
Zonne- en windenergie:
Dit zijn hernieuwbare energiebronnen die, eenmaal operationeel, geen CO2 uitstoten. Nederland is van EU-lidstaten het land met de meeste zonnepanelen per inwoner. Nederland is verder vooruitstrevend in windparken op zee. Nederland ligt gunstig om veel windenergie op zee op te wekken door de gunstige ligging met vrij geringe waterdiepte; een gunstig windklimaat en goede havens en (industriële) energieverbruikers in de buurt. Windenergie op zee moet daarom een van de grote energiebronnen van de toekomst worden.
Warmtepompen en zonneboilers:
Door deze duurzame alternatieven voor cv-ketels komt geen directe CO2 vrij voor verwarming.
Een hybride warmtepomp is ook mogelijk. Daarmee kan al tot 80% gas bespaard worden. Bij het gebruik van een hybride warmtepomp wordt de cv-ketel alleen gebruikt wanneer het buiten kouder is dan zo’n 4 graden Celcius én bij het gebruik van warm water.
Warmtenetten:
In steden kunnen warmtenetten efficiënt warmte leveren aan huizen. Bij Stadswarmte van Eneco komt de warmte bijvoorbeeld uit restwarmte uit de industrie, afvalverwerking of gasproductie. Ook is het bij sommige warmtenetten huizen in de zomer te koelen.
Eneco heeft de ambitie om in 2035 alle klanten van 100% duurzame warmte te voorzien. Daarvoor wordt met gemeenten, woningcorporaties en andere partijen in de markt gewerkt aan de bouw van verschillende warmtenetten.
2. Het verkleinen van de persoonlijke impact van Nederlanders
De impact top 10 van de gemiddelde Nederlander7.
Koop minder spullen: huur, leen en repareer zoveel mogelijk:
De impact bij spullen vindt zich grotendeels buiten ons blikveld plaats. Door minder of tweedehands spullen te kopen, hoeven er ook minder spullen gemaakt te worden. Dit zorgt voor minder uitstoot van broeikasgassen.
Beperk je auto- en vliegkilometers zoveel mogelijk:
Autorijden kost energie en zorgt bij niet-elektrische auto’s voor uitstoot van broeikasgassen. Alternatieven zoals fietsen, wandelen en openbaar vervoer zorgen voor een beperking van de klimaatverandering. Vliegen heeft een enorme impact op het klimaat, dus minder vliegen is een belangrijke stap om uitstoot te verminderen.
Isoleren:
Door huizen te isoleren, kan energie en geld worden bespaard. Dit vermindert de CO2-uitstoot.
Meer plantaardig voedsel:
De productie van vlees en zuivel heeft een grote impact op het klimaat vanwege de CO2 die vrijkomt bij mest. Door minder vlees en zuivel te eten en te kiezen voor plantaardige alternatieven, vermindert de druk op het klimaat.
Voedselverspilling tegengaan:
Verspil zo min mogelijk water en voedsel. Door minder eten weg te gooien, hoeft er ook minder eten geproduceerd te worden. Die vermindering van de druk op het voedselsysteem beperkt de klimaatverandering.
Lokaal en regionaal eten:
Wanneer de consument kiest voor producten van dichtbij, hoeft er minder getransporteerd te worden. Dat verlaagt de uitstoot van CO2.
Eten van het seizoen:
Aardbeien kun je ook in de winter telen. Nadeel is dat dat gebeurt in kassen die verwarmd moeten worden. Het is daarom voor het klimaat beter om alleen de groenten en het fruit te eten die op dat moment zonder verwarming geteeld en geoogst kunnen worden.
Rol overheden: naleven Klimaatakkoord en ontwikkelen beleid
Overheden praten al langer over nieuw beleid om klimaatverandering beheersbaar te houden of tegen te gaan. Zo werden er in 2015 internationale afspraken gemaakt in het Parijsakkoord4. Het akkoord onderschrijft het doel om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder 2°C, en bij voorkeur tot 1,5°C, ten opzichte van niveau van voor de Industriële Revolutie.
Europa wil in 2050 klimaatneutraal zijn. In 2030 moet de CO2-uitstoot al met 55% verminderd zijn ten opzichte van 1990.
Klimaatakkoord en Klimaatwet Het Nederlandse Klimaatakkoord is een uitwerking van hoe Nederland de doelstellingen van het Parijsakkoord wil behalen. Het Klimaatakkoord uit 2019 werd gesloten tussen bedrijven en (overheids-)organisaties en bevat afspraken met vijf sectoren over de maatregelen om de klimaatdoelen te halen.
Die klimaatdoelen vloeien voort uit de klimaatafspraken van het Parijsakkoord en zijn in Nederland officieel vastgelegd in de Klimaatwet. Daarin staat dat we in 2030 49% minder broeikasgassen moeten uitstoten en in 2050 95% minder ten opzichte van 1990.
Daarnaast kunnen overheden met behulp van subsidies sturen op investeringen in schone technologieën zoals bijvoorbeeld zonnepalen. Daarnaast maken overheden in internationaal verband afspraken over koolstofbeprijzing.
One Planet plan van Eneco: leven binnen de natuurlijke grenzen van de planeet
Er is maar één aarde en daarom vindt Eneco dat we moeten leven binnen de natuurlijke grenzen van de planeet. De opwarming van de aarde moet daarom binnen de grens van 1,5 graad Celsius blijven. In 2021 presenteerde Eneco het One Planet plan met de ambitie om al in 2035 klimaatneutraal te zijn. Dat geldt voor de eigen activiteiten van Eneco én voor de energie die Eneco levert aan klanten.
Het One Planet plan bevat meetbare doelstellingen op het gebied van klimaat, biodiversiteit, circulariteit en maatschappij.
Alternatieven voor aardgas te bieden zoals (hybride) warmtepompen, (kleinschalige) warmtenetten en groene alternatieven voor aardgas, zoals biomethaan (“groen gas”) en groene waterstof (voor de industrie)
Vervoer te verduurzamen met elektrisch laden
2. Meer duurzame energie opwekken
Door meer groene stroom op te wekken om de warmtepompen en elektrische auto’s te kunnen laten werken
Groene warmte op te wekken voor warmtenetten, met bijvoorbeeld aquathermie en geothermie
Met behulp van groene moleculen zoals biomethaan en groene waterstof voor de industrie
3. Balanceren en optimaliseren van het energiesysteem
Door het ontwikkelen van CO2-vrije alternatieven zoals grootschalige batterijen en e-boilers, en warmtebuffers
Door verschillende bronnen zoals warmtepompen, elektrische auto’s en zon- en windparken te bundelen in Virtual Power Plants. Deze Virtual Power Plants kunnen ingezet worden om de vraag en aanbod op de energiemarkt beter op elkaar af te stemmen.