“We helpen bestaande bedrijven veranderen en trekken nieuwe, schone bedrijven aan.”
Artikel uit 2019 - De Rotterdamse haven is groot geworden door de fossiele energie. Nu zet het Havenbedrijf alles op alles om de energietransitie te versnellen. CEO Allard Castelein van het Havenbedrijf Rotterdam ziet de situatie als een kans, ook voor de werkgelegenheid.


Gaat de duurzame transitie wat jou betreft snel genoeg?

Wat vind je van de plannen van het nieuwe kabinet?
Ik vind het heel bemoedigend dat het kabinet ambitie toont met de doelen voor CO2-uitstoot in 2030 en 2050. Ook de bereidwilligheid om als Nederland voorop te willen lopen in de implementatie van de energietransitie ervaar ik als heel positief. Daar kunnen wij als Havenbedrijf wat mee.
Wat zijn dan de ambities van het Havenbedrijf op het gebied van duurzaamheid?
We willen voorop lopen in de transitie, door bestaande fossiele bedrijven in staat te stellen zichzelf te vernieuwen en door nieuwe schone bedrijven naar Rotterdam te halen. Ons havencomplex is groot geworden door fossiele energie. We zijn nu krachtig en vitaal, we moeten onze economische rol blijven vervullen. Juist omdat hier zoveel verschillende bedrijfsactiviteiten samenkomen, is het een aantrekkelijke locatie voor investeringen in nieuwe technieken met een lage CO2-footprint. We werken hard aan het versterken van het investeringsklimaat. Dat is relevant voor Nederland en Europa, omdat we het grootste haven- en industriecomplex zijn.
Hoe uiten deze ambities zich concreet?

Het Havenbedrijf RotterdamHet Havenbedrijf Rotterdam is op allerlei terreinen bezig met het verduurzamen van de haven. Zoals:
|

“Je kunt op verschillende manieren met fossiele bedrijven omgaan. Als je gewoon het licht uitdoet, los je niets op.”
Waarom doet het Havenbedrijf dit?
Onze rol als Havenbedrijf varieert van initiatiefnemer, projectleider, aanjager, investeerder tot participant in dit soort nieuwe bedrijvigheid. Waarom we dit doen? Onze haven is een van de belangrijkste petrochemische clusters ter wereld, met vijf olieraffinaderijen en meer dan 45 chemiebedrijven. We willen deze ondernemingen in staat stellen zich te vernieuwen zodat ze hun klanten goed blijven bedienen en dat ze welvaart en banen blijven generen. Je kunt op verschillende manieren met fossiele bedrijven omgaan.
Als je gewoon het licht uitdoet, los je niets op. Sterker, de productie verschuift naar elders en je vernietigt hier waardevolle investeringen. Daarom willen we bedrijven graag helpen om te verduurzamen. Bijvoorbeeld door restwarmte van de industrie beter te benutten, zodat we er woningen, kassen en bedrijfsgebouwen in de regio mee verwarmen. Er verdwijnt nu warmte voor 500.000 huishoudens in de Nieuwe Maas en in de lucht, daar willen we iets aan doen.
"Er verdwijnt nu warmte voor 500.000 huishoudens in de Nieuwe Maas en in de lucht, daar willen we iets aan doen."

Merk je dat het streven naar duurzaamheid mensen, bedrijven en organisatie bij elkaar brengt?
Ik zie een heleboel enthousiasme en interessante gedachten. Ook merk je dat bedrijven die met hetzelfde bezig zijn elkaar ook wel weten te vinden. Aan de andere kant: dit moeten we doen met héél Nederland. Daar zie ik nog wel ruimte voor verbetering, de samenleving zal de verduurzaming moeten omarmen. Hoe meer mensen er meedoen, hoe sneller het gaat.
Wat ervaar je als de grootste hindernissen bij de energietransitie?
Waar zal ik beginnen? Op allerlei niveaus voor allerlei doelgroepen zijn er enorm veel uitdagingen. Op technisch vlak natuurlijk, maar ook financieel en op maatschappelijk gebied. Ik vind zelf dat de transitie waar we inzitten vaak nogal simplistisch wordt weergegeven. Alsof we nu gewoon over kunnen stappen op duurzame energie en dat dan alles is opgelost. Wind- en zonne-energie zijn mooie alternatieven, maar we kunnen er nog niet mee varen of vliegen. En een overschot van bijvoorbeeld windenergie laat zich nog lastig opslaan. De petrochemische industrie is nog niet 100% duurzaam en we kunnen nog niet alle grondstoffen 100% circuleren.
Wat we nodig hebben is een breed gedragen maatschappelijk besef. En inzien dat we heel veel kleine stapjes moeten maken. Dit is niet iets wat je in één grote klap regelt. We denken nu nog te veel dat het iets is dat anderen moeten oplossen. De buurman bijvoorbeeld, of het bedrijfsleven. En als je zelf een bedrijf hebt, ándere bedrijven... Dat schiet niet op. We moeten het met z'n allen doen, en dus moet je ook naar jezelf kijken. Ook moeten we er aan wennen dat het geld kost. Het besef dat we collectief eigenaar zijn van deze uitdaging, met implicaties die ons allemaal zullen raken, dat is nog ver te zoeken.