Energiearmoede in Nederland: de oorzaken, gevolgen en oplossingen
Energiearmoede in het kort
- Ongeveer 5% van de Nederlandse huishoudens (PDF) heeft te maken met energiearmoede, volgens TNO.
- Oorzaken: stijgende energieprijzen, slechte woningisolatie en lage inkomens.
- Gevolgen: gezondheidsrisico's, sociaal isolement, versterking maatschappelijke tweedeling.
- Oplossingen: energiebesparing, financiële steun, woningverduurzaming, voorlichting en begeleiding.
Wat is energiearmoede?
Energiearmoede betekent dat huishoudens een groot deel van hun inkomen uitgeven aan energiekosten. Als je als huishouden - met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum - meer dan 8% uitgeeft aan energiekosten, heb je volgens het TNO te maken met energiearmoede.
Ter vergelijking: een gemiddeld huishouden is 5% van het inkomen kwijt aan energiekosten (PDF).
Verborgen energiearmoede bestaat ook. Dan gebruikt een huishouden gedwongen minder energie dan nodig is voor een gezond en comfortabel leven. In de winter gaat dan bijvoorbeeld de verwarming niet aan waardoor het koud in huis blijft, uit angst voor hoge energiekosten.
Om te bepalen of er energiearmoede is, kijkt TNO naar drie onderdelen (PDF):
Omvang en impact van energiearmoede in Nederland
Ongeveer 5% van de Nederlandse huishoudens leeft in energiearmoede. Dit komt neer op zo’n 400.000 huishoudens. Dat blijkt uit een inschatting van TNO over 2024.
Het aantal zou waarschijnlijk dubbel zo hoog geweest zijn zonder steunmaatregelen van de overheid en energiebesparende maatregelen die huishoudens zelf namen. Ook dat blijkt uit onderzoek van TNO en het CBS.
Energiearmoede steeg in 2023, na een daling in de jaren ervoor
Het percentage huishoudens met energiearmoede daalde tussen 2019 en 2022. Dat kwam onder meer door een daling van de energieprijzen en een afname van het aantal slecht geïsoleerde woningen. Na 2022 stegen de energieprijzen weer waardoor er weer meer huishoudens met energiearmoede bij zijn gekomen. Daardoor waren er in 2023 70.000 meer huishoudens met energiearmoede dan in 2022 volgens TNO.
Verborgen energiearmoede bij 1,4% huishoudens
Zo’n 1,4% van alle huishoudens (ongeveer 116.000 huishoudens) heeft te maken met ‘verborgen energiearmoede’. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS over 2022. Deze huishoudens konden hun energierekening nog wel betalen door de verwarming bijvoorbeeld extra laag te zetten. Dat wordt energie ‘onderconsumeren’ genoemd.
In Groningen, Limburg en grote steden is meer energiearmoede
Vooral in gebieden met lage inkomens en woningen met een laag energielabel is er vaker energiearmoede:
- Noordoost Groningen en Zuid-Limburg worden het zwaarst getroffen, met percentages die oplopen tot 10% van de huishoudens.
- In Rotterdam, Den Haag, Arnhem en omgeving, Almelo en Enschede is energiearmoede vaker aanwezig dan in andere steden
Nieuwe meetmethode gaat uit van de energiearmoedekloof
De energiearmoedekloof is het verschil tussen de werkelijke energiekosten van een huishouden en de energiearmoedegrens. Deze grens wordt berekend op basis van onder meer inkomen en het energielabel van de woning. De energiearmoedekloof laat zien hoe groot het financiële probleem van huishoudens is. Daardoor krijgen beleidsmakers een vollediger beeld van het probleem vinden TNO en het CBS.
Oorzaken van energiearmoede
Er zijn verschillende oorzaken van energiearmoede in Nederland:
1. Stijgende energieprijzen:
- Stijgende energieprijzen maken het voor veel huishoudens moeilijk om hun rekeningen te betalen. Dat gebeurde in 2022. Er was in veel gevallen geen financiële ruimte om zo’n stijging mee op te vangen.
- In 2022 stegen de energieprijzen met gemiddeld 114% ten opzichte van 2021 vanwege de oorlog in Oekraïne en de spanningen die daardoor ontstonden tussen Europa en gasleverancier Rusland. Na deze piek daalden de energieprijzen in 2023 en 2024.
2. Lage inkomens:
- Huishoudens met een laag inkomen zijn kwetsbaarder voor energiearmoede. Energiekosten maken een groter deel van hun budget uit.
3. Gezondheid of ouderdom
- Gezondheidsaandoeningen, zoals bijvoorbeeld reuma, kunnen ook leiden tot hogere energiekosten. Ouderen zijn ook geneigd om de verwarming hoger te zetten. Dat blijkt uit onderzoek naar energiearmoede van de GGD West-Brabant (PDF).
4. Slecht geïsoleerde woningen:
- Zo’n 1,5 miljoen woningen in Nederland zijn slecht geïsoleerd. Deze woningen hebben een (voorlopig) energielabel E, F of G.
- Een woning met energielabel G verbruikt gemiddeld 50% meer gas en 15-25% meer stroom dan een woning met label A.
5. Energietransitie:
- De energietransitie is noodzakelijk om klimaatverandering tegen te gaan. Maar verduurzamen kost ook veel geld. Die investeringen zijn niet voor iedereen betaalbaar. Zo kan een gemeente in de toekomst een huiseigenaar dwingen om van het aardgas af te gaan. Terwijl een alternatief als een warmtepomp veel geld kost.
5. Gebrek aan kennis:
- Niet iedereen weet dat er subsidies beschikbaar zijn voor het nemen van energiebesparende maatregelen. Dat blijkt uit onderzoek van de GGD West-Brabant (PDF).
- Soms zijn adviezen aan huishoudens tegenstrijdig. Een voorbeeld is het advies van woningbouwcorporaties om ramen te openen om te luchten en schimmel in huis te voorkomen. Zorgprofessionals, zoals een huisarts, adviseren juist om ramen gesloten te houden om pollen buiten te houden die allergieën kunnen verergeren. En ook vanuit de politie werd juist geadviseerd om ramen te sluiten in verband met de veiligheid.