BioWarmte Installatie Lage Weide
Om verduurzaming van warmteopwekking in de gemeenten Utrecht en Nieuwegein naar een hoger plan te tillen, heeft Eneco de BioWarmte Installatie Lage Weide (BWI) gerealiseerd. De biowarmtecentrale verwerkt Nederlandse reststromen hout (biomassa) die worden omgezet in duurzame stadswarmte.
Het project
Met stadswarmte verwarmen we huizen en kantoren met restwarmte afkomstig van elektriciteitsproductie. Dat is al best duurzaam, maar dat kan beter. Want de elektriciteit en warmte worden gemaakt met fossiel aardgas. Daar komt CO2 bij vrij. Net als de gemeenten Utrecht en Nieuwegein wil Eneco de CO2-uitstoot verminderen naar uiteindelijk 0 uitstoot.
Warmte installaties op duurzame biomassa zijn nagenoeg klimaatneutraal. Momenteel is dit de meest haalbare techniek om de warmtevraag van een stad duurzaam te maken. Het is voor Eneco een eerste grote stap op weg naar een meer duurzame stadswarmte.
Meer weten over waarom wij kiezen voor een biowarmtecentrale? Ontdek het via de button hieronder.
Locatiekeuze van de BioWarmte Installatie
De realisatie van de installatie vindt plaats in twee fasen. De eerste fase is afgerond en levert duurzame stadswarmte aan onze warmteklanten in Utrecht en Nieuwegein. De bouw van de tweede fase is gestart, zodat er in 2020 aan maar liefst 45.000 klanten in Utrecht en Nieuwegein duurzame warmte geleverd kan worden.
Voor meer specifieke projectinformatie over de BioWarmte Installatie Lage Weide, klik op de button hieronder.
De bouw van de BioWarmte Installatie
Meer video’s van de bouw
Video 1: De basis
Video 2: Verbrandingsroosters en warmtepijpketel
Video 3: Wanden, ketelhuis, halkranen en dak
Klik om de afbeelding te vergroten
Hoe werkt een BioWarmte Installatie?
1. Jaarlijks verwerkt de BioWarmte Installatie 160.000 ton tot maximaal 180.000 ton biomassa. Hoe vochtiger de biomassa is, hoe meer er wordt verstookt. De biomassa komt gedurende werkdagen aan per vrachtwagen. De biomassa wordt in een opslaghal opgeslagen, zodat het ook ’s nachts en in een lang weekend voldoende biomassa aanwezig is. In de opslaghal hangen twee grote kranen met grijpers die de laadbakken van de vrachtwagens legen. Vervolgens mengen deze grijpers de biomassa in de opslaghal en voorzien de ketels ‘op verzoek’ van brandstof. Dit proces gebeurt geheel automatisch; het kraansysteem ‘ziet’ wanneer er een vrachtwagen is geweest, waar de biomassa wordt opgeslagen in de opslaghal en wanneer een ketel brandstof nodig heeft.
2. De aangevoerde houtsnippers worden via de transportband naar de verbrandingsketels getransporteerd.
3. De verbrandingsketel is voorzien van een roosterbed. Bij deze techniek wordt er voorverwarmde lucht geblazen door een hydraulische beweegbaar rooster waarop de te verbranden biomassa ligt. De biomassa verbrandt doordat de temperatuur in de verbrandingsketel ongeveer 900 °C is. De warme rookgassen stijgen op.
4. De warme rookgassen gaan naar het tweede deel van de ketel waar de warme lucht in enkele warmtewisselaars wordt afgegeven aan een watercircuit waar water van zo’n 170°C wordt gemaakt. Dit warme water wordt direct het stadswarmtenet ingepompt. Hiervoor wordt de temperatuur van het water teruggebracht naar 85 tot 140 °C, afhankelijk hoe koud het buiten is. In de winter wordt er warmer water naar de Utrecht en Nieuwegein getransporteerd dan in de zomer als er minder behoefte is aan verwarming.
5. Net voor de schoorsteen wordt uit de rookgassen nog extra warmte teruggewonnen. Deze warmte wordt samen met het water dat haar warmte heeft afgegeven aan het stadswarmtenet opnieuw verwarmd, zodat het hele proces opnieuw kan beginnen.
6. De rookgassen worden grondig gereinigd voordat ze de schoorsteen verlaten.
Biomassa
Er zijn veel soorten biomassa beschikbaar. Bij veel daarvan worden door natuur- en milieuorganisaties vraagtekens gezet. Terecht, want als we wereldwijd plantages aanleggen voor biomassa komen natuur en voedselvoorziening onder druk te staan. Daarom maakt Eneco voor de BioWarmte Installatie in Utrecht alleen gebruik van reststromen hout, die afkomstig zijn van regulier park-, plantsoen- en bosonderhoud. Dit restmateriaal heeft in ons land weinig waarde; wij maken het waardevol.
Luchtkwaliteit en CO2
De BioWarmte Installatie Lage Weide gaat een zeer beperkt effect hebben op de luchtkwaliteit van Utrecht. Dit komt omdat Eneco strenge emissie-eisen heeft aangevraagd voor de milieuvergunning. Deze eisen zijn strenger dan dat de wet voorschrijft. Ook gaan we de samenstelling van de rookgassen van de biowarmtecentrale scherper in de gaten houden dan de wet van ons eist. Dit alles kunnen we waarmaken door het toepassen van de best beschikbare en bewezen technieken. Deze zorgen voor een schone verbranding van de biomassa, en voor een optimale reiniging van de rookgassen.
Duik dieper in de informatie over luchtkwaliteit via de button hieronder.
Eneco vroeg onafhankelijke experts om te berekenen hoeveel CO2-besparing in Utrecht mogelijk is met duurzame stadswarmte uit biomassa. Daaruit blijkt dat de BioWarmte Installatie Lage Weide jaarlijks ~80.000 ton CO2 gaat besparen. De gemeente Utrecht heeft deze getallen laten controleren en is het eens met deze conclusie.
De CO2-besparing wordt mogelijk, omdat we minder fossiel aardgas nodig hebben om warmte voor Utrecht en Nieuwegein te produceren. Bij verbranding van fossiel aardgas komt miljoenen jaar oud CO2 in grote hoeveelheden in de atmosfeer terecht. Dat verstoort de CO2-balans. Bij verbranding van biomassa komt ook CO2 vrij, maar deze werd in recente jaren opgenomen uit de lucht. En deze wordt ook weer vlot opgenomen door planten en bomen. Daarom is biomassa in deze vorm wel klimaatneutraal.
Feiten en cijfers
Thermisch rendement: 60/70 MWth
Thermisch vermogen: 90% boven- en 108% onderwaarde
Productie: ca. 1.600.000 GJ/jaar
40% klimaatneutraal
80.000 ton/jaar
Hoeveelheid: ca. 170 kiloton/jaar
Opslag: ca. 5 dagen
30-40 vrachtwagens per dagMin. 160 kiloton/jaarMax. 180 kiloton/jaar