Warmtebuffer Nieuwegein
Steeds meer mensen zijn zich ervan bewust dat we onze aarde uitputten en dat we slimmer en duurzamer moeten omgaan met energie. Daarom zijn in het Klimaatakkoord afspraken gemaakt om de uitstoot van broeikasgassen (waarvan CO2 de belangrijkste is) tegen te gaan. De gemeenten Utrecht en Nieuwegein en energieleverancier Eneco hebben grote ambities om bij te dragen aan de afspraken uit het Klimaatakkoord. Zo willen de gemeenten Utrecht en Nieuwegein in 2040 klimaatneutraal zijn. Dat wil zeggen dat er minder energie wordt gebruikt en dat de energie die er wel wordt gebruikt, wordt opgewekt met duurzame energiebronnen.


Verduurzaming stadswarmte Utrecht en Nieuwegein
Nu Nederland overstapt van aardgas naar andere bronnen voor het verwarmen van huizen en andere gebouwen, gaan we op zoek naar alternatieven. Het bestaande warmtenet in Utrecht en Nieuwegein is zo’n alternatief. Om hier in Utrecht en Nieuwegein invulling aan te geven is de Routekaart Verduurzaming warmtenet Utrecht en Nieuwegein ontwikkeld. Deze routekaart geeft richting aan hoe we de stadswarmte willen verduurzamen. Een van de stappen uit deze routekaart is de ontwikkeling van warmtebuffers om zo verdere verduurzaming te realiseren.
Een efficiënter warmtenet
Warmtebuffers in Utrecht en Nieuwegein zorgen ervoor dat:
- er gas bespaard wordt en er minder CO2 uitgestoten wordt. Met een buffer kunnen we de warmtevraag opvangen wanneer deze ’s ochtends piekt.
- er meer klanten kunnen omschakelen naar stadswarmte nu Nederland van het aardgas af gaat.
- stadswarmte verder verduurzaamd kan worden door het toevoegen van nieuwe duurzame bronnen.

Na de overname van de energiecentrales Merwedekanaal en Lage Weide van Nuon in 2015 hebben zijn er verschillende mogelijkheden onderzocht voor de opslag van warmte. Er is gekeken naar een centrale buffer, decentrale buffers in elk deelnet en de mogelijkheid om deze buffers onder de grond te plaatsen.
Het warmtenet in Utrecht en Nieuwegein bestaat uit vier deelnetten: Centrum, Leidsche Rijn, Overvecht en Nieuwegein. Om de buffer goed te laten werken, wordt elk deelnet voorzien van een eigen buffer.
De warmtebuffer in Nieuwegein
Om de buffer ’s nachts van duurzame warmte te kunnen voorzien, moet deze dicht bij de transportleiding uit Utrecht geplaatst worden. Omdat bij het WarmteOverdrachtStation Zuilenstein de transportleiding aansluit op het distributienet (die de warmte naar de huishoudens voert) is dit een geschikte locatie. De pompen van de warmtebuffer worden in de WOS gebouwd, en om te voorkomen dat deze pompen kapot gaan omdat de buffer te ver weg staat, moet de buffer binnen 30 meter van de WOS geplaatst worden.

Nieuwsupdates
Grootte en impact
Om de grootte van de buffer te bepalen is er gekeken naar wat de grootste warmtevraag is die er in Utrecht en Nieuwegein gemeten is en naar de gemiddelde warmtevraag op die dag (een koude februari dag in 2012):
- Grootste vraag: 585 MW
- Gemiddelde vraag: 430 MW
- Verschil: 155 MW
Dit verschil moet opgevangen worden met behulp van warmtebuffers en is vergelijkbaar met een totaal buffervolume van 36.000 m3. Omdat een dergelijke grote warmtevraag niet zo vaak voorkomt, kiezen we voor om een totaal buffervolume van 20.000 m3. Deze is verdeeld over de vier locaties en voor Nieuwegein (Zuilenstein) betekent dit dat er een warmtebuffer met een capaciteit van 4.000 m3 met een formaat van 18 meter breed bij 18 meter hoog.
Omdat de bufferpompen binnen de bestaande WOS worden geplaatst zullen ze vanaf de openbare ruimte niet hoorbaar zijn. De warmtebuffer heeft geen emissies, onder specifieke weersomstandigheden kan er een kleine waterdamppluim zichtbaar zijn.
Flora en fauna
Er is er een quickscan flora en fauna gedaan in het kader van de Wet natuurbescherming. Hieruit blijkt dat het plaatsen van de buffer geen negatieve effecten heeft op flora en fauna mits werkzaamheden waarbij nesten vernield of verstoord kunnen worden buiten het broedseizoen plaatsvinden.Betrokkenheid omgeving
Omschakelen naar een duurzame energievoorziening heeft impact op de directe omgeving. Eneco realiseert zich dat en wil daarom het bufferproject vormgeven samen met die omgeving. Door binnen een aantal randvoorwaarden meedenken hoe de buffer ingepast kan worden in de omgeving. De locatie van de buffer en de afmetingen van de buffer staan vast, maar er kan meegedacht worden op welke manier de buffer vorm krijgt; bijvoorbeeld door het uitvoeren van een buffer in de vorm van een kunstwerk, groen object, speelplek of ontmoetingsplek. Deze uitwerking wordt samen met landschapsarchitecten Okra verder vormgegeven.
